Nirvwana
Dit interview ontstond op verzoek van het Stedelijk Museum Schiedam.
Dit interview ontstond op verzoek van het Stedelijk Museum Schiedam.
Wij richten ons sinds de jaren vijftig op jonge kunst. Zoals de CoBrA-kunstenaars zich destijds losmaakten van de beklemmende oorlogsjaren, zo weerspiegelen de makers van nu de geest van de tijd. Het interview is ontstaan uit een samenwerking tussen het Stedelijk Museum Schiedam en cultureel ondernemers André Marques en Tim Wes van (Museum)ParX, onderdeel van productiehuis Together & Dedicated. De vragen zijn vet; de tekst is niet vet als je kijkt, wel als je ‘m leest. Veel leesplezier.
Bij binnenkomst in de werkruimte treffen we een sfynx aan die vanuit een hoekje in kamer de kat uit de boom kijkt. Nirvwana (22, Rotterdam) neemt plaats, kijkt rustig om zich heen en aait haar koningspython die er intussen bij is komen zitten terwijl wij opbouwen. Haar slang Lucy is alweer bijna 2 jaar oud. Dit specifieke moment bevestigt wat we al wisten. Nirvwana is de pure belichaming van haar stijl: vrij, ontastbaar en gedreven door een aards gevoel.
Kunst is het creëren van iets uit niets; het vereeuwigen van een gedachte, moment of herinnering. De 22-jarige Nirvwana doet dat met naald en inkt en met de mens niet alleen als canvas, maar ook als inspiratiebron. Ze is een jonge tatoeëerder wier excentrieke creaties ontstaan doordat ze reageert op de energiegolven van haar cliënten.
Haar volledige naam is Moon Belhaj. Na een stage in een tattooshop nam ze het heft in eigen handen en ontwikkelde ze zich met alle opgedane kennis verder. Thuis heeft ze een extra kamer waar ze haar vlieguren maakt. Ze tattoeërt nu anderhalf jaar.
Ik moet zeggen dat ik over het algemeen erg op mezelf ben en ook vóór corona niet vaak met grote groepen mensen was. Ik hield ook niet echt van uitgaan of zo. Maar hoe klein m’n kring hiervoor ook was, ik merk dat er verschil is ontstaan tussen toen en nu. Op werkgebied vooral.
Voorafgaand aan de pandemie tekende en tatoeëerde ik op vrij willekeurige wijze, zonder per se bewust te zijn van de energie die vrijkwam uit een creatie. Ik maak freehand-tatoeages en dat associeer ik tegenwoordig met aura-tatoeages. Van te voren weten zowel de cliënt als ik niet wat het eindresultaat gaat worden. Ik speel in op de energie die ik krijg van iemand en daar komt een bepaalde flow uit die ik met inkt op de huid vastleg. Mijn werk vertelt iets over de persoon in kwestie; een energiek of druk iemand krijgt een ander patroon dan een rustig of introvert persoon.
Dat maakt het ook een vorm van zelfreflectie. En ik merk dat de mensen die ik tatoeëer daar steeds meer naar op zoek zijn. Best ironisch eigenlijk; het zijn juist de strikte regels over het vermijden van sociaal contact die zelfreflectie aanwakkeren en het zorgt er in mijn geval zelfs voor dat ik sterkere sociale verbindingen kan leggen met de mensen.
Ik vind het heel bijzonder hoe mensen mij iets toevertrouwen wat ze de rest van hun leven met zich meedragen. Na het zetten van een tatoeage leg ik het vast, ga ik weer door met de volgende opdracht en ben ik dus niet meer bezig met hetgeen wat zij elke dag zien. Ook hecht ik veel waarde aan de gedachte dat er wel eens cliënten over de vloer komen die enigszins onzeker zijn, maar na de sessie vol zelfvertrouwen naar huis gaan. In een tijd waarin we aan het einde van de dag toch op onszelf zijn aangewezen, hebben deze sociale connecties toch wel m’n ogen geopend. Ik merk hoezeer mijn kunst met mijzelf is verweven en hoezeer mijn kunst mij met andere mensen verbindt.
___________
___________
100%. Vóór de pandemie leunde ik meer naar de ‘dark side’. Ik luisterde veel heavy metal, droeg alleen maar donkere kleding en leefde in een ruimte met zwarte muren. In de zomer van 2020 kwam hier een omslagpunt in; ik kreeg meer hoop en zin in het leven en werd een vrolijker persoon. Mijn muren zijn nu zelfs gewit.
Alles om me heen gaat in feite mee met die opwaartse spiraal en zorgt ervoor dat ik receptiever ben voor positieve energie. Het is een soort brandstof geworden om meer van de wereld en de mensen om me heen te leren. Zoals veel mensen vaak zeggen, besef je pas wat je mist als het er niet meer is. Ik kijk terug naar een periode waarin ik dit te weinig heb gedaan en dat wil ik niet meer.
Ja, ik denk het wel. Zoals ik eerder zei is de manier waarop ik nu tatoeëer aanzienlijk veranderd. Ik wil deze ‘freehand aura’-stijl verder ontwikkelen en hoop dan ook wat grotere projecten in de nabije toekomst te kunnen doen. Het voelt als een fijn vertrekpunt en hoewel ik niet weet wat de eindbestemming wordt ben ik vastberaden om het te gaan ontdekken.
Op vakantie naar Thailand. Door alle roerigheid kom je nauwelijks buiten. Ik merk dat ik de natuur mis en verlang naar een setting waarin ik mezelf kan voeden met iets anders dan muren of grote gebouwen. Dit zou het laatste zijn wat ik zou doen, omdat het het eerste is wat ik ga doen als het weer kan.
Dit interview maakt deel uit van het project (Museum)ParX dat André Marques en Tim Wes met hun productiehuis Together & Dedicated opzetten. Met (Museum)ParX willen ze makers en instituten verbinden door een podium te bieden aan een nieuwe creatieve voorhoede. Dat doen ze door een nieuwe generatie makers bij elkaar te brengen en als collectief structuren, regels en gewoontes te onderzoeken en te creëren. De hoofdvraag luidt: ‘Hoe ziet het museum van morgen er uit?’ Onderwerpen als Analoog x Digitaal en Sociaal x Anti-Sociaal staan in deze roerige, maar volgens hen ‘veelbelovende’ periode, op de agenda.
Meer over de interviewserie lees je hier meer. Klik voor het interview met schilder Daan Koens hier. Klik voor het interview met kunstenaar en illustrator Franky Sticks hier. En bekijk de Instagrampagina van Nirvwana.