Verboden*
*De bezetter bepaalt alles.
De Duitse bezetters voeren in de loop van de oorlogsjaren vele verboden in die een grote impact hebben op het dagelijkse leven.
*De bezetter bepaalt alles.
De Duitse bezetters voeren in de loop van de oorlogsjaren vele verboden in die een grote impact hebben op het dagelijkse leven.
Tegen weerstand treden zij hard op, mensen worden opgepakt en vastgezet. Er gelden grofweg twee categorieën verboden: de samenleving en cultuur moeten worden ‘gezuiverd’ van zaken die niet als Duits of als Arisch worden gezien. En alles wat gezien kan worden als verzet, kritiek, of zelfs maar een alternatief geluid, wordt onderdrukt.
Voor Joden verboden
De vervolging van Joden in de Tweede Wereldoorlog is systematisch en nietsontziend. Hitler wil de gehele Joodse bevolking van Europa uitroeien. Van alle landen in West-Europa verliest Nederland het grootste percentage van haar Joodse inwoners; slechts een kwart overleeft de oorlog. Maar niet alleen de Joden worden vervolgd. Ook voor Sinti en Roma, mensen met een verstandelijke beperking en LHBTI’ers is in het Derde Rijk van de Duitsers geen plaats.
Censuur
De Duitsers oefenen strenge controle uit op de verhalen die nog verteld mogen worden in kranten, maar ook in de kunst. Verhalen die de nationaalsocialistische boodschap niet onderschrijven of hier kritiek op leveren zijn verboden. Muziek van Joden en zwarte muzikanten, met name jazz: verboden. Schilderijen en andere kunst van Joodse kunstenaars en moderne en avant-garde kunst wordt in beslag genomen. Vele films mogen niet meer getoond worden, waaronder films die een positief beeld laten zien van Amerika, de grote vijand van Duitsland. De vrijmetselarij wordt verboden, want daar wordt het zelfstandig en kritisch denken aangemoedigd. Socialisten en communisten worden opgepakt.
Al in augustus 1940 neemt de bezetter in alle Schiedamse boekhandels afbeeldingen van het Nederlands Koningshuis in beslag. Het Koningshuis vertegenwoordigt immers een onafhankelijke Nederlandse identiteit. In mei 1943 worden alle radio’s in Nederland in beslag genomen. Nu kunnen de mensen ook niet meer luisteren naar programma’s uit andere landen, zoals de BBC, of naar Radio Oranje. Dit radiostation zendt vanuit Londen speciaal uit voor de bezette Nederlandse gebieden.
Zwart-wit uniform
Alle gevangenen in Duitse concentratiekampen, strafkampen en vernietigingskampen dragen hetzelfde zwart-wit gestreepte uniform. Door gevangenen een uniform aan te trekken en een nummer te geven pakken de bezetters hun identiteit een beetje van ze af. Om de verschillende typen gevangenen toch van elkaar te kunnen onderscheiden, zijn verschillende kleurenlabels op de pakken genaaid. Joden dragen de ‘Jodenster’ die ze vanaf 1943 al op hun kleding hadden moeten dragen. Daarnaast zijn er nog zeven categorieën gevangenen te herkennen aan een gekleurde driehoek. Zo dragen LHBTI’ers een roze driehoek en politieke tegenstanders – communisten, vrijmetselaars, verzetsstrijders – een rode, zoals ook op het pak in de collectie van het Stedelijk Museum Schiedam. Dit pak is waarschijnlijk gedragen door iemand die in Dachau gevangen heeft gezeten, vermoedelijk een lid van het Schiedamse verzet.
Slechts enkelen keren terug
Politieke tegenstanders in Nederland komen vaak in Kamp Vught of Kamp Amersfoort terecht. Van daaruit gaan veel gevangenen naar de Duitse concentratiekampen Dachau, Bergen-Belsen en Neuengamme. Slechts enkelen keren na de oorlog terug. Soms in nieuwe kleren die zij onderweg naar huis hadden gekregen, maar soms nog in hun zwart-witte uniform.