Corneille, zijn wereld*

*Gele vogels en verre verhalen.

22 september 2018 t/m 3 februari 2019

Zeventig jaar na de oprichting van CoBrA eren we één van de prominente oprichters van deze internationale kunstgroep: Corneille Guillaume Beverloo, bekend onder alleen zijn voornaam. Deze grote overzichtstentoonstelling laat het kleurrijke werk zien waarmee Corneille (1922 – 2010) internationale erkenning kreeg, samen met zijn inspiratiebronnen. For English, click here

Afrika

Behalve schilderijen, grafiek en tekeningen van Corneille hangt er werk van kunstenaars die hij bewonderde. Ook is er aandacht voor etnografica: beelden en maskers die hem zijn hele leven inspireren. Bij zijn overlijden laat Corneille vier ateliers vol Afrikaanse maskers na, een continent vol inspiratie. En dan hangen er nog natuurfoto’s van zijn verre reizen naar Afrika, Mexico, Brazilië en Cuba.

 

Vincent van Gogh

Corneille wordt op 3 juli 1922 in Luik (België) geboren. Zijn ouders zijn Nederlanders. In 1940 vestigt hij zich in Amsterdam waar hij lessen volgt aan de Rijksakademie van beeldende kunsten. Daar ontmoet hij Karel Appel en raakt hij geïnspireerd door Vincent van Gogh. Tijdens zijn leven leest hij alle brieven en bewondert zijn kleurgebruik. Als Corneille in 2010 overlijdt, wordt hij op zijn verzoek naast Van Gogh begraven, in het Franse Auvers-sur-Oise.

Corneille, Vis, 1950. Collectie Stedelijk Museum Schiedam

CoBrA

Vanaf 1947 reist Corneille de hele wereld over. In navolging van Paul Klee, ook een kunstenaar die hij bewondert, trekt hij naar Tunesië. In 1948 – precies zeventig jaar geleden – richt hij samen met Constant, Appel, Rooskens en Wolvecamp de Experimentele Groep in Holland op. Later dat jaar vertegenwoordigt hij samen met Constant en Appel de Amsterdamse tak van de CoBrA-groep, de Europese beweging met kunstenaars uit Copenhague, Bruxelles en Amsterdam.

Internationaal succes

Weer een jaar later volgt de roemruchte CoBrA-tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De pers spreekt van een schandaal en in de kranten verschijnen koppen als ‘Geklad, geklets, geklodder in het Stedelijk Museum’. Wordt het werk van Corneille in 1949 nog weggehoond, zeven jaar later krijgt hij internationaal succes als hij in de VS de prestigieuze Guggenheim International Award krijgt.

Figuratief en abstract

In zijn CoBrA-periode (1948-1951) bevolken fantasiewezens zijn schilderijen; bizarre wezens die hij bij de Deense CoBrA-kunstenaar Carl-Henning Pedersen had gezien. Ook de kindfiguren op de doeken van zijn vriend Appel spreken hem aan. Het Hoggar-plateau in Afrika laat hem in het midden van de vorige eeuw voor het eerst kennismaken met de kracht van de natuur en een wereld van opengebarsten stenen en rotsen.

Corneille, Le voyage du grand soleil rouge, 1963. Collectie: Stedelijk Museum Schiedam

Vogel

Die vertaalt hij in zijn abstracte periode (circa 1952-1965) naar het doek. In zijn lijnen, vormen en kleuren herkennen we stenen, woestijnvlaktes en takkenbossen. Daarna breekt de kleur los en kiest hij steeds meer voor figuratie met maskers, vrouwen en de vogel, voor Corneille hét symbool van vrijheid. Daarover zegt hij: ‘De vogel, en dat geldt ook voor mezelf, is degene die altijd op speurtocht is, die ‘voedsel’ moet zoeken en vinden en degene die alsmaar moet vliegen en niet zonder beweging kan.’

Corneille, Petite Musique du Printemps, 1987. Die Galerie, Frankfurt am Main, © Natacha en Dimitri Beverloo – Pictoright Amsterdam 2018

Internationaal kunstenaar

Als één van de eerste CoBrA-kunstenaars heeft Corneille internationaal succes. Maar het zijn vooral de keramieken borden, stropdassen, bierblikjes, wijnetiketten en zelfs een Corneille-tram en -luchtballon waarmee hij bekend raakt bij een groot publiek. In Schiedam is te zien wat aan die periode vooraf ging.

Gastcuratoren

De tentoonstelling is een samenwerking met gastconservator Maarten Bertheux en educatief gastconservator Brenda Zwart, specialisten op het gebied van CoBrA. Als conservator van het Stedelijk Museum Amsterdam maakte Bertheux verschillende tentoonstellingen over deze internationale kunststroming. Datzelfde geldt voor Zwart, die net als Bertheux ook CoBrA-tentoonstellingen in het buitenland samenstelde. Zij kozen werk uit musea en particuliere collecties in binnen- en buitenland.

Met dank aan