CoBrA*

*Vrijheid in kleur.

1 juni t/m 4 oktober 2020

Hoe heurt het eigenlijk? Dat vonden de kunstenaars van de CoBrA-groep totaal niet belangrijk. Ze lapten de regels van de academie volledig aan hun laars.

Zo kort na de Tweede Wereldoorlog hadden ze behoefte aan een vrije manier van schilderen. En daar hoorde kleur bij. Vaak schilderden ze dieren en fantasiewezens. Op hun doeken zie je ook hun oorlogsverleden. Vanaf 13 juli vind je hier ook de wandsculptuur Redblueredblue van Navid Nuur (1976). Het werkt oogt als dikke klodders rode en blauwe verf. Lees hier meer over deze schenking, waarbij je de kunstenaar ook aan het werk hoort.

Zaaloverzicht. Fotografie: Aad Hoogendoorn

Oerbeest

CoBrA, vrijheid in kleur bevat ruim twintig schilderijen, enkele beelden en twee schalen van van aardewerk. Je ziet het Oerbeest en De Wilde Jongen van Karel Appel en andere topwerken van Constant, Corneille, Eugène Brands, Anton Rooskens en Lotti van der Gaag. Alle kunst komt uit de eigen collectie. Het museum kocht al aan het begin van de jaren vijftig werk van CoBrA.

Publiekslievelingen
Veel mensen kennen het werk van CoBrA. De groep ontleende zijn naam aan de hoofdsteden waar de deelnemers werkten. Ze spraken onderling Frans, zo schreven ze hun plaatsnamen ook: Copenhague, Bruxelles, Amsterdam. De leden werkten drie jaar samen, tussen 1948 en 1951. Hoe kort dat ook was, de invloed bleek enorm. Zo’n zeventig jaar later behoren de werken van CoBrA tot de publiekslievelingen van menig museumbezoeker. Best merkwaardig, want pers en publiek reageerden aanvankelijk unaniem negatief.

Spontaan

Waar dat in zit? Toen de verf nog maar net droog was, zagen de critici vooral ‘geklad, geklets en geklieder’. Anno nu schuilt in die spontane manier van schilderen juist de aantrekkingskracht. Het lijkt alsof Karel Appel zijn beesten tijdens het schilderen ontdekt. Iets vergelijkbaars geldt voor de vogels van Corneille, in zijn ogen hét symbool van vrijheid, beweging en reizen.

Oorlogsgruwelen

Toch kijkt niet iedere CoBrA-kunstenaar blijmoedig naar de toekomst. Zes jaar na de Tweede Wereldoorlog schildert Constant de oorlogsgruwelen. In plaats van letterlijke scenes probeert hij het gevoel van wanhoop, verwoesting en verschrikking over te brengen. Zijn titel De verschroeide aarde is veelzeggend. Die verwijst naar de gelijknamige tactiek van de Duitse troepen om alles wat op hun pad kwam te vernietigen.