Het begon met een wapenkamer op zolder*

*En groeide uit tot een collectie van formaat.

Het Stedelijk Museum Schiedam heeft een collectie van duizenden voorwerpen: moderne kunstwerken, maar nog meer historische voorwerpen. Allemaal zijn ze een venster op het verleden. We leven in een tijd waarin mensen en spullen de wereld over vliegen en waarin (bijna) iedereen met elkaar verbonden is via het internet. We zijn het vaak met elkaar eens, maar soms is het ook lastig om je te verplaatsen in een ander. Hoe ging dat vroeger? Met de historische collectie vertellen we verhalen over het leven in Schiedam. En staan we stil bij belangrijke gebeurtenissen.


Zeven thema’s

Welke spullen uit het verleden zijn voor het museum belangrijk om te bewaren? Er moet in ieder geval altijd een duidelijke link met Schiedam zijn. Daarnaast zijn er zeven thema’s waar de voorwerpen bij moeten passen:

  • migratie
  • ondernemen
  • overheid
  • religie
  • samenleving
  • Schiedammers
  • stedenbouw

Dit zijn de rode draden in de collectie. Elk thema is bovendien ook weer onderverdeeld in deelthema’s. Als je het hebt over migratie, kan een object bijvoorbeeld een verhaal vertellen over Schiedammers op de vlucht in oorlogstijd, of over arbeiders die in Schiedam zijn komen wonen.



Welk verhaal vertelt dit uniform?

Welk verhaal vertelt dit uniform? *

Dit uniform is in de tweede helft van de negentiende eeuw gedragen door Henricus (Henri) Wouterlood. Hij dient samen met nog 26 andere Schiedamse jongemannen in het leger van de paus. Maar liefst een derde van deze pauselijke zouaven zijn Nederlanders. Schiedam kent in die periode relatief weinig rooms-katholieken maar levert een paar welgestelde branderszonen aan dit leger. Henri Wouterlood is één van hen.


Piet Sanders

Iemand die een grote invloed heeft op de ontwikkeling van de museumcollectie is Piet Sanders (1912-2012). Piet is geboren in Schiedam, waar hij werkzaam is als advocaat. Hij is hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van Nederlands en Europees recht en de regelgeving van de Verenigde Naties. Daarnaast leggen Piet en zijn vrouw Ida tijdens hun leven een van de belangrijkste kunstverzamelingen van Nederland aan. Een deel van die collectie schenken zij aan het Stedelijk Museum Schiedam. Het portret hieronder bijvoorbeeld, maar ook werk van kunstenaars van en rond Cobra, zoals dit schilderij van Lotti van der Gaag.


Dit portret is op een bijzondere plek gemaakt.

Dit portret is op een bijzondere plek gemaakt. *

Dit portret van de 30-jarige Piet Sanders wordt geschilderd in een Duits interneringskamp in St. Michielsgestel. Karel Johannes van Veen, die daar ook vast zit, maakt het in 1943. Piet is een van de jongsten onder de gijzelaars, die fungeren als onderpand van de Duitse bezetter. Mochten er aanslagen worden gepleegd, dan zouden er gijzelaars worden gedood. Als op 7 augustus 1942 een aanslag plaatsvindt in Rotterdam worden vijfentwintig mensen geselecteerd. De daders moeten zich uiterlijk 14 augustus melden, anders worden zij terechtgesteld bij wijze van vergeldingsmaatregel. Sanders is een van hen en schrijft een afscheidsbrief voor zijn vrouw. Uiteindelijk wordt hij niet geëxecuteerd, maar vijf anderen wel.


Doorzoek de Collectie Nederland

Wil je meer weten over wat het museum allemaal bewaart? Ga dan naar de website van de Collectie Nederland. Hier tonen vele Nederlandse musea (delen van) hun collecties. Zo kun je bijvoorbeeld makkelijk zien of er in andere musea voorwerpen te vinden zijn die ook te maken hebben met de geschiedenis van Schiedam.


Maar hoe begon het allemaal?

Het Stedelijk Museum Schiedam is bij de oprichting in 1899 nog niet te vinden op zijn huidige locatie: het Sint Jacobs Gasthuis. Nee, er is eerst alleen een zolderkamer in de Sint Joris Doelen. De Doelen, gelegen aan het Doeleplein in Schiedam, is het clubhuis van de schutterij. Dat is een soort burgermilitie, bedoeld om de stad te beschermen tegen aanvallen van buitenaf.


Spullen van Schiedammers

In de doelen zijn spullen te zien uit de verzameling van Majoor Gerrit Visser Bastiaanszoon, toenmalig wethouder van Schiedam. Hij bouwt weer voort op de wapenkamer die Frans van Waas, luitenant-adjudant van de Schiedamse schutterij, eerder op die plek had ingericht. De majoor is vooral geïnteresseerd in archeologie, oudheidkundige voorwerpen en de schutterij. Maar hij vraagt ook aan verzamelaars in de stad om voorwerpen te schenken of uit te lenen. Zo groeit de collectie gestaag.


Niet meer dan honderd bezoekers per jaar

Publiek is in dit museum pas vanaf 1910 welkom, en dan alleen op de woensdagmiddagen. Er komen in die tijd ongeveer honderd bezoekers per jaar. Heel wat anders dan nu: jaarlijks bezoeken zo’n 70.000 mensen het Stedelijk Museum Schiedam. Wat was ervoor nodig om te zorgen dat dit museum geliefd werd?


Van zolderkamer naar Gasthuis

Allereerst een verhuizing. Na ruim een jaar lang voorbereiden is het museum in mei 1940 helemaal klaar voor de feestelijke opening van de nieuwe locatie: de rechtervleugel van het Sint Jacobs Gasthuis aan de Hoogstraat. (Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moet de opening worden uitgesteld naar later dat jaar.) Vandaag de dag is het Stedelijk Museum Schiedam nog altijd gevestigd in het Gasthuis.

Al ruim zeven eeuwen Gasthuis

Het Sint Jacobs gasthuis bestaat al sinds de dertiende eeuw en staat in de loop van zo’n 750 jaar op verschillende plekken in de stad. Het Gasthuisgebouw van architect Jan Giudici, waar het museum in 1940 opent, begint in 1790 als huis voor arme Schiedamse bejaarden en zieken. Bejaard was je in die tijd trouwens al vanaf je veertigste levensjaar!


Een groot huis aan een rivier, gebouwd door een markante vrouw

Een groot huis aan een rivier, gebouwd door een markante vrouw*

Aleida van Henegouwen laat dit kasteel, Huis te Riviere, in 1262 bouwen in de polder Nieuwer Schie. Aleida bestiert haar gezin en haar bezittingen als een ware strateeg. Ze bezit meerdere stukken land, maar verkiest haar grond langs de Schie boven haar bezit aan de Rotte. De Schie biedt namelijk toegang tot een belangrijke handelsroute, wat Schiedam voor haar veel interessanter maakt dan het gebied aan de Rotte, dat later Rotterdam zou worden.
Dit schilderij uit de eerste helft van de zeventiende eeuw (we weten niet wie het heeft gemaakt) is in 2021 gerestaureerd.


Tweede Wereldoorlog en 75 jaar vrijheid

De opstart van het museum in het nieuwe pand valt samen met de Tweede Wereldoorlog. Ook in Schiedam is de oorlog onontkoombaar en vele Schiedammers ondervinden de verschrikkingen aan den lijve.



Meer moderne kunst graag

Midden jaren vijftig wordt besloten dat het museum zich gaat richten op moderne kunst, mede dankzij een groep bevlogen verzamelaars van eigentijdse kunst in de stad. Daaronder is ook Piet Sanders (1912-2012). Ook de Gemeenteraad steunt de beslissing. Vanaf 1954 is het officiële nieuwe uitgangspunt dat het museum werk verzamelt van “thans levende beeldende kunstenaars”, zelfs van “jonge kunstenaars.” In die tijd een opvallende stap, want er zijn dan nog maar weinig musea in Nederland die eigentijdse kunst verzamelen.
Omdat het museum sinds die tijd vooral moderne kunst is blijven verzamelen, kennen veel mensen Stedelijk Museum Schiedam inmiddels van de bruisende en unieke Cobra-kunstwerken en spraakmakende kunst van nu.


Ook aandacht voor de geschiedenis

Maar wat gebeurt er ondertussen met de historische collectie? In 1956 treedt Pierre Janssen aan als conservator, later wordt hij directeur. Janssen is bekend geworden als de bevlogen presentator van ‘Kunstgrepen’, het eerste programma over kunst op de Nederlandse televisie. Ook in het museum doet hij zijn best om zoveel mogelijk mensen enthousiast te maken voor kunst. Maar hij organiseert ook tentoonstellingen over de geschiedenis, zoals die op het affiche hiernaast.



Past het wel bij ons?

In 1966 krijgt in de kelder van het museum het zelfstandige Nationaal Gedestilleerd Museum een eigen plek. Hier zijn spullen te zien die te maken hebben met de jeneverindustrie in Schiedam. Later ontstaat hieruit het Nationaal Jenevermuseum, schuin tegenover het Stedelijk Museum Schiedam in de Hoogstraat.


Het verhaal van het paardje van Kethel

Het verhaal van het paardje van Kethel *

Ook de hele collectie archeologische voorwerpen van het Stedelijk Museum Schiedam heeft een ander thuis gevonden, in het Provinciaal Archeologisch Depot Zuid-Holland. Zo ook dit beeldje uit ca. 70-270 na Christus. Het  wordt door de archeologische werkgroep Helinium gevonden bij een opgraving in de Schiedamse wijk Kethel. Daar stuiten archeologen op een boerderij uit de tijd van het Romeinse Rijk. Het paardje stond waarschijnlijk in het huisaltaar van de boerderij.


Samen meer te weten komen

Om de collectie nog beter ter leren kennen verhuist het museum in 2021 bijna 5.500 voorwerpen naar het tijdelijke Kijkdepot in de Havenkerk. Alles is daar uitvoerig bekeken, gefotografeerd en onderzocht. Want: zijn alle objecten uit het depot wel echt Schiedams? Of zijn er nog steeds voorwerpen te vinden die misschien beter op hun plaats zijn in een ander museum? (Tipje van de sluier: ja, die zijn er.) De mensen die het Kijkdepot bezochten deelden veel waardevolle informatie die een nieuw of ander licht kon werpen op een object.


In het Kijkdepot namen we de historische collectie eens goed onder handen
Dat leverde veel informatie op.

Sagwijn = Sagwijn?

Een bijzonder verhaal uit het Kijkdepot is bijvoorbeeld dat over de zeemansportefeuille uit 1754. Van wie was deze portefeuille (of brieventas)? Heeft het voorwerp iets te maken met Schiedam? Op de binnenkant staat te lezen ‘Pietter Sagwijn’, op de achterkant staat ‘Constantinople 1754’. Dankzij onderzoek van een vrijwilliger in het Kijkdepot weten we nu dat er in Schiedam in dit tijd inderdaad een Pieter Sagwijn woonde. We weten ook dat scheepstimmerman Pieter Sagwijn in 1754 in Smyrna was, vandaag de dag Izmir, niet ver van Istanbul, wat toen nog Constantinopel werd genoemd. De grote vraag is nu dus: Zijn deze twee Pieters dezelfde persoon en hebben we daarmee het raadsel van de portefeuille opgelost?