Voortgezet Onderwijs*
*De waardevolle bijdrage van kunst.
*De waardevolle bijdrage van kunst.
We horen jullie als leerlingen graag hardop discussiëren en lachen in het museum. Bijvoorbeeld in de tentoonstellingen Festival der Liefde, Verborgen in steen en Spirituele urgentie die dit najaar op de agenda staan.
Hoe kan filosoferen over kunst en geschiedenis bijdragen aan ontwikkeling? Tijdens een bezoek aan het museum gaan we samen met jongeren door het bekijken en ervaren van kunst en geschiedenis het onbekende ontdekken en het bekende verder uitpluizen. Zo raken leerlingen niet alleen vertrouwder met kunst en geschiedenis, het draagt ook bij aan de persoonsvorming van jongeren.
Naast de programma’s die wij speciaal bij tentoonstellingen ontwikkelen hebben we ook algemene museumlessen waarin leerlingen de verschillende tentoonstellingen die er op dat moment zijn bezoeken. Alle museumlessen zijn zo geschreven dat verschillende VO leerdoelen aan bod komen.
Sluiten deze programma’s niet aan bij jullie onderwijsprogramma? Of wil je een museumles bij een tentoonstelling waar geen onderwijsprogramma bij is. Neem contact op met Frija. Dan stemmen we het programma af op bijvoorbeeld een specifiek thema of aandachtsgebied van de school.
Om een programma te boeken neem contact op met Marga.
*Welke kies jij?
*Extra aandacht voor nieuwe kunst en de maatschappij.
Spiritualiteit is springlevend onder een nieuwe voorhoede van makers. Jonge, interdisciplinaire kunstenaars omarmen, vieren en verspreiden ieder op hun eigen manier de waarde van spiritualiteit. Met Spirituele Urgentie zoomt het museum in op de betekenis van spiritualiteit en daagt je uit om op een holistische reis door het museum te gaan.
Kunstenaar Narges Mohammadi (1993) maakt voor Stedelijk Museum Schiedam een ruimtevullende installatie met de titel Onzichtbare handen. Het museum vroeg Mohammadi een nieuw werk te maken dat met Schiedam te maken heeft. Ze koos ervoor om een kant van de stad te laten zien die vaak onzichtbaar blijft. Een zomer lang werkte ze als invalkracht in de Schiedamse thuiszorg en trad daarmee in de voetsporen van haar eigen moeder. Haar ervaringen verwerkt ze in het kunstwerk Onzichtbare handen. Een ode aan de thuiszorghulp.
De vier kunstenaars die genomineerd zijn voor de veertiende editie van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs zijn: Salim Bayri, Minne Kersten, Bruin Parry en Agnes Waruguru.
We presenteren het geschilderde werk van kunstenaar Lotti van der Gaag (1923-1999). Zij is vooral bekend geworden als beeldhouwer die rond 1950 nauw betrokken was bij de Cobra-beweging. Minder bekend is haar grote kleurrijke oeuvre schilderijen, dat zij na 1960 opbouwde.
De Schiedamse kunstenaar Piet van Stuivenberg (1901-1988) was een echte vakman en een harde werker, maar ook een vrije geest en een vernieuwer. We wijden een tentoonstelling aan zijn beeldhouwkunst.
*Unieke programma’s over kunst en Schiedam.
*Wat komt eraan?
Het oeuvre van Femmy Otten (1981) is veelomvattend: ze tekent, schildert, maakt sculpturen en muurschilderingen en figureert in haar eigen performances. In de solotentoonstelling We Once Were One voert de kunstenaar een ferm pleidooi voor kwetsbaarheid en intimiteit in een verharde en grillige tijd.
Vier verschillende landen op het Afrikaanse continent, de uitgestrekte natuur van IJsland en Groenland en de warmte van het Italiaanse dorpje Rivello. De schilder Anton Rooskens (1906-1976) reisde tijdens zijn leven naar heel verschillende landen om inspiratie op te doen voor zijn werk. In ‘De reizen van Rooskens’ zijn schilderijen, gouaches en foto’s te zien die hij tijdens, en geïnspireerd door zijn reizen maakte.
De Nederlandse kunstenares Frieda Hunziker kreeg in 1951 kans om twee maanden naar Curaçao te gaan. Met enorm resultaat: sindsdien schilderde ze vrijer en abstracter en werd haar werk vooral heel kleurrijk. Curaçao inspireerde haar. Maar hoe keek zij, als Nederlandse kunstenaar eigenlijk naar het eiland dat destijds nog een kolonie van Nederland was? En hoe kijken kunstenaars op Curaçao zelf naar hun eiland?
Beeld in header: Leerlingen in het atelier van de tentoonstelling Glashard. Fotografie: Aad Hoogendoorn