De grote baard: hot or not*

*Blog 2 van de serie Turks brood met hagelslag.

Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor zwaardere muziek; als kind luisterde ik veel naar Turkse metalbands zoals maNga of de klassiekers zoals Black Sabbath en ACDC. Ik matchte mijn hijabs met mijn bandshirts en riep alle teksten mee. Vandaag de dag voel ik me het meest thuis tijdens een punk- of metalconcert. Op concerten val ik op door mijn hijab omdat ik vaak de enige ben. ‘Wat leuk dat je er bent!’, is dan ook iets wat ik meerdere keren op zo’n avond hoor.

Als geboren en getogen Schiedammer met ouders die uit Turkije naar Nederland zijn geëmigreerd ben ik als het ware een master in het samenbrengen van elementen uit beide culturen in mijn kledingstijl en muzieksmaak. Wanneer ik met mijn hijab en T-shirt van de links-activistische punkband IDLES op een punkconcert sta, zijn de knuffels die ik van mede IDLES-liefhebbers krijg extra sterk, want ik representeer culturele verbroedering.

Ik weet nog dat ik te laat was voor het optreden van de Rotterdamse band De Likt tijdens het underground-achtige Baroeg Open Air Festival en door een menigte mezelf naar voren probeerde te bewegen. Ik tikte een grote man met een jas vol bandlogo’s aan (ik ben zelf 1.60 meter lang) en vroeg of ik langs hem mocht. De man keek verbaasd en tikte vervolgens alle personen voor hem aan en riep: ‘Maak weg!’. Allemaal mensen begonnen elkaar aan te tikken om een baan naar voren te creëren. Het was alsof Mozes een zee van Rotterdamse metalheads openspleet en ik er doorheen liep. Helemaal vooraan het publiek werd ik verwelkomd door een Nederlands gezin met een kind. De moeder sloeg haar arm om me heen en zei ‘Hier sta je goed.’ Daar stond ik dan als haar tweede dochter. Als mensen voor me probeerden te dringen, jaagde ze hun weg samen met haar man. Tussendoor vertelde ze dat ze de kleur van mijn hijab erg mooi vond.

Op dat moment ontmoetten de Turkse en Nederlandse cultuur elkaar in de muziek. Mijn hijab was de drager van een dringende, belangrijke boodschap: culturen moeten samenkomen om elkaar te begrijpen, liefhebben en waarderen.

Brian van Rensen (BvR Fotografie), Süeda voor een moshpit tijdens Baroeg Open Air Festival, 2018.

De grote baard van Haga
Deze simpele boodschap is van alle tijden. Ook tijdens de eerste kennismaking tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het Ottomaanse Rijk vond een uitwisseling van cultuur plaats. In mijn vorige blog besprak ik hoe deze eerste kennismaking ontstond en ontvangen werd. Deze keer zal ik kijken naar hoe de Nederlandse en Turkse cultuur elkaar ontmoeten in de mode en muziek.

Cornelis Haga (1578-1654) was een pionier in de culturele uitwisseling tussen deze twee werelden. Van 1612 tot 1639 verbleef hij als eerste ambassadeur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in Istanbul, de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk. Wat mij het eerst opvalt als ik naar het portret van Haga kijk is zijn majestueuze baard. Als geschiedenisstudent heb ik het één en ander mogen leren over de Republiek in de zeventiende eeuw en daardoor kan ik me voorstellen dat zo’n baard veel blikken ving in zijn tijd. De zeventiende-eeuwse man in de Republiek zou eerder een kort en modieus puntbaardje gedragen hebben waardoor de volle en grote baard van Haga erg opvallend moet zijn geweest. Maar Haga was niet in de Republiek. Hij was in het cultureel centrum van het Ottomaanse Rijk. De toenmalige Ottomaanse Sultan Murat IV (1612-1640) droeg ook een grote baard; wilde Haga zich mengen in de Ottomaanse cultuur door een soortgelijke baard te groeien? Deze man wist wat hij deed, want rond de Middellandse zee was zijn lange baard een teken van aanzienlijke mannelijkheid. De Venetiaanse, Franse en Engelse ambassadeuren in Istanbul lieten zich afbeelden met dezelfde grote baard.

Anoniem, Sultan Murat IV, (1612-1640), foto: Wikipedia.

Dubbele standaarden
De majestueuze baard van Haga doet mij meteen denken aan de hedendaagse hipsters die in overhippe kledingzaken hun titel als milieubewuste consument vervaardigen. De grote baard is sexy, tenminste als hij gedragen wordt door een witte man in een flanel shirt van Patagonia. Een Turkse man met een grote baard wordt gezien als een fundamentalist, of zelfs een terrorist. Rond de Middellandse zee in de zeventiende eeuw was dat net iets anders.

Haga probeerde waarschijnlijk zich aan te passen aan de Ottomaanse cultuur. Hij was erg bewust van de gewoontes en gebruiken die heersten in het Ottomaanse Rijk. Het was gebruik om Turkse kleding te dragen onder handelaren en ambassadeurs. Daarbij hoorden ook grote snorren en baarden. Hij deelde veel geschenken uit en zijn kledingstijl was erg duur. Alle ambassadeurs droegen dure rode kleding met in de winter bont van sabelmarters en lynxen. Haga’s poging om erbij te horen zorgden voor torenhoge rekeningen waar in de Republiek genoeg over geklaagd werd, maar Haga vond dat hij niet anders kon dan meegaan in de gewoontes van het Ottomaanse Rijk.

Modest Fashion en culturele uitwisseling
Vandaag de dag hoeven we ons niet volledig aan te passen aan de heersende kledingnormen zoals Haga dat deed. We hebben de ruimte om meerdere culturen, achtergronden en gebruiken samen te brengen in de manier waarop we onszelf uiten. Daar ben ik dankbaar voor. Een prachtig voorbeeld hiervan was te zien in de Modest Fashion tentoonstelling van het Stedelijk Museum Schiedam. Steeds meer vrouwen kiezen ervoor om zich bescheiden of bedekt te kleden en deze trend past mooi in een lange geschiedenis van culturele uitwisseling. Het aanbod van modest fashion is de laatste jaren enorm gegroeid en de koopkracht van moslima’s heeft hier zeker een steentje aan bijgedragen.

Ik ben opgegroeid in een Turks gezin met twee oudere zussen. We besloten alle drie onze moeder te volgen in haar bedekte manier van kleden die ze vanuit de Turkse cultuur heeft meegekregen – ondanks dat wij drie zussen in Nederland zijn geboren. Het is een sport voor ons om kleding van Zalando te combineren met onze hijabs. Tegelijkertijd kijken we elk jaar uit naar onze vakantie in Turkije zodat we weer nieuwe hijabs in alle kleuren en stoffen kunnen meebrengen naar Nederland.

Anoniem (Noordelijke Nederlanden), Portret van Cornelis Haga als president van de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland, (1578-1654), c. 1645. Collectie: Pera museum.

Het bijzondere aan Haga en zijn baard is dat ze samen terugkeerden naar de Republiek. Eenmaal terug, kreeg Haga een hoge functie. Hij werd president van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van de provincies Holland en Zeeland. Op zijn portret uit 1645 zien we hem afgebeeld met het hermelijn dat bij zijn functie hoort én ‘Ottomaanse’ baard. Hoe uitzonderlijk zijn gezichtsbeharing was, zie je op een prent uit 1647 waarin verslag wordt gedaan van de begrafenis van de prins van Oranje en stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647). Hierin is hij namelijk de enige met een baard terwijl de rest van de mannen een kort sikje en een snor draagt. Ik vind het heel cool van Haga dat hij zijn Ottomaanse baard behield in de Republiek. Culturele uitwisselingen maken ons leven rijker. Ze zorgen voor meer waardering en begrip tussen culturen. Daarom zal ik mijn hijab blijven dragen naar punkconcerten en een pak hagelslag meenemen naar mijn vakanties in Turkije.

Pieter Nolpe, Prent van de begrafenisstoet van Frederik Hendrik (1584-1647), 1651. Collectie: Rijksmuseum Amsterdam.

Volgende week in blog 3 – Het intergenerationeel trauma van Turkse gastarbeiders:
Volgende week bespreek ik de melancholie van migratie. Wat deed het met Turkse migranten om huis en haard te verlaten voor een leven in Nederland? Ik zal kijken naar waar het intergenerationeel trauma van de Turkse gastarbeiders vandaan komt.

Süeda Işık
Hi! Ik ben Süeda, een 23-jarige journalist en geschiedenisstudent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ik ben een geboren en getogen Schiedammer met Turkse ouders die in de jaren 70 naar Nederland zijn geëmigreerd. Tijdens de Maand van de Geschiedenis onderzoek ik de uitwisseling tussen het voormalig Ottomaanse Rijk en Schiedam/Nederland.
Mijn stadsgenoot Cornelis Haga (1579-1654) was de eerste Nederlandse ambassadeur in het Ottomaanse Rijk. Ik ben één van de vele Schiedammers met Turkse roots. In een serie van vier blogposts verken ik wat er in al die eeuwen veranderde en hetzelfde bleef.
Volg Süeda ook via haar instagrampagina.

Süeda Işık, Zelfportret met Fistik, 2020